SCHAPEN / GEITEN

Vanuit onze praktijk verlenen wij diensten aan zowel hobbymatig- als bedrijfsmatig gehouden schapen en geiten. Bij bedrijfsmatig gehouden koppels bestaan onze werkzaamheden vooral uit het adviseren over diergezondheid, voeding, productie, huisvesting en hygiëne. Daarnaast kunnen zij terecht bij ons voor de behandeling van zieke dieren of vaccinaties.

Ook hobbyhouders kunnen bij ons terecht met vragen of problemen. Op de praktijk in Barneveld worden regelmatig mestonderzoeken gedaan om te kijken of het nodig is om de schapen te ontwormen of om te kijken of het ontwormen effectief is geweest. Voor advies of behandeling van schapen kunt u contact opnemen met één van onze vestigingen.

ONZE SERVICE

  • 24/7 bereikbaar voor spoedgevallen

  • Dagelijks gratis telefonisch spreekuur

  • Op drie locaties medicijnen ophalen

  • Eigen laboratorium in Barneveld

  • Aangesloten bij het Veterinair Kennis Centrum

  • GMP+ FSA geborgd

  • Up to date kennis

TOELICHTING

MEER INFORMATIE

Het ontwormen van kleine herkauwers gebeurt altijd ná een mestonderzoek. Bij een mestonderzoek bekijken wij onder de microscoop de mest, bepalen welk type wormen de besmetting veroorzaken en welk middel voor dat type worm het beste werkt.

Wanneer mestonderzoek?
Hoewel het juiste moment van mestonderzoek erg afhankelijk is van uw situatie (weidemanagement, grootte van het perceel, hoeveelheid dieren, leeftijd, etc.), geven wij u
toch graag een richtlijn:

Als de schapen en/of geiten op een schone weide (minstens 3 maanden niet beweid door schapen/geiten) komen, is 3 weken (en met lammeren erbij pas 5 weken) na de start van het weideseizoen een goed moment voor mestonderzoek.

Wanneer de schapen/geiten op een niet schone weide komen (bijvoorbeeld als ze het hele jaar op dezelfde weide lopen), is 2-5 weken na het start van het weideseizoen het moment om mestonderzoek te laten doen.

Bij toediening van ontwormingsmiddel is het belangrijk om voor en na het ontwormen de mest te onderzoeken. Op deze manier wordt de vermindering van het aantal wormeitjes in de mest in beeld gebracht. Als de hoeveelheid eitjes onvoldoende is afgenomen, kan er sprake zijn van resistente wormen en heeft het middel onvoldoende gewerkt.

Tot slot adviseren wij om mestonderzoek uit te laten voeren als er sprake is van verschijnselen van een worminfectie (vermageren, dorre vacht, dunne mest, wormen in de mest, bleke slijmvliezen).

Het mestpakket is speciaal gericht op de juiste begeleiding voor uw dieren, het pakket is te gebruiken voor schapen, geiten, paarden, ezels en alpaca’s.

Toelichting pakket mestonderzoek
Onze praktijk biedt twee mestpaketten aan waaruit u kunt kiezen.

Mestpakket Klein (€80,-)

4 x mestonderzoek
Advies ontworming en weidemanagement gericht op uw koppel.

Mestpakket Groot (€150,-)

8 x mestonderzoek
Advies ontworming en weidemanagement gericht op uw koppel.

In totaal kunt u voor het bovenstaande bedrag vier- of acht keer per jaar (afhankelijk van het pakket) mestmonsters op de praktijk laten onderzoeken. Het mestpakket is één jaar geldig vanaf het moment van inleveren van het eerste mestmonster en afsluiten van het pakket. Bij het inleveren van het eerste mestmonster wordt het bedrag in rekening gebracht.
Indien extra onderzoeken nodig zijn, is dit tegen gereduceerd tarief.
Het mestmonster wordt meestal dezelfde dag in ons eigen laboratorium onderzocht, waarna de uitslag en advies van de dierenarts volgt.

Onze richtlijnen en adviezen
Voordat er ontworming meegegeven kan worden, onderzoeken wij eerst de mest voor u. Ons advies is om na 14 dagen na ontworming de mest nogmaals te laten onderzoeken. Zo wordt gecontroleerd of de ontworming effectief is geweest en of uw dieren beschermd zijn.
Het is belangrijk om te beseffen dat worminfecties in de zomermaanden heel snel kunnen verlopen. Hierdoor kan het mestmonster niet veel wormeieren bevatten, maar één/twee weken later voor problemen zorgen. Houd daarom de schapen en geiten altijd goed in de gaten of ze gezond zijn om deze problemen voor te zijn.
Ontworm niet alle dieren (ook als u twee dieren heeft) maar sla 5-10% van de dieren over. De dieren (volwassen/jonge dieren) die u niet ontwormd, moeten gezond en in goede conditie zijn. Dit klinkt tegenstrijdig, maar hierdoor ontstaat er minder snel resistentie tegen ontwormingsmiddelen en blijven de ontwormingsmiddelen effectiever.
Vraag uw dierenarts om verdere uitleg.

Instructies voor het nemen van een mestmonster

1. Neem verse mest van uw dieren.
Bij schapen/geiten kan het helpen om de dieren te voeren op een
verharde ondergrond (als ze opstaan/gaan eten, gaan ze vaak mesten).

2. Verzamel met een plastic handschoen of plastic zakje mestmonsters van 10% van de volwassen dieren en/of cria’s/lammeren/veulens (bij minder dan 5 dieren van alle dieren een mestmonster).
Neem gelijke hoeveelheden van de verse mest.

3. Meng de verse mest goed door elkaar en druk de lucht uit de handschoen/het zakje.

4. Als de monsters niet meteen naar de praktijk kunnen worden gebracht, bewaar dan de mest maximaal 24 uur in de koelkast.

5. Breng het mestmonster naar de praktijk en vul (op de praktijk of thuis) het inzendformulier in.

Om schapen (buiten het seizoen) bronstig te krijgen kan gebruik gemaakt worden van een hormoonbehandeling met een vaginale spiraal en een hormooninjectie. Soms wordt ook voor deze methode gekozen om de spreiding in het aflammeren te beperken. De resultaten van de hormoonbehandeling zijn uiteenlopend en variëren globaal tussen 60 en 95% dracht.
 
Flushen
4-6 Weken voor het dekken is het verstandig de schapen van een schrale weide naar een goede weide te verplaatsen. Hierdoor nemen de schapen iets toe in conditie en ovuleren er meer eicellen. Hierdoor zijn er betere vruchtbaarheidsresultaten en is de kans op meerlingen groter. Het effect is het grootst als de ooien niet te ruim in conditie zijn voor het flushen.
 
Sponsjes inbrengen
2-4 Weken nadat de schapen op een goede weide zijn gegaan kunnen de spiraaltjes ingebracht worden. Het is belangrijk om hierbij schoon te werken en de applicator en achterhand van de ooi te reinigen met ontsmettingsmiddel. De spiraaltjes blijven 12 dagen zitten.
Hormooninjectie & verwijderen sponsjes
Voor een optimaal resultaat wordt het aangeraden om bij het verwijderen van de spiraal de schapen te behandelen met Folligonan®. Dit middel moet toegediend worden door middel van een injectie in de (bil)spier (dus níet onderhuids).  Per schaap moeten 500-700 IE worden toegediend. De dosering is onder andere afhankelijk van ras, conditie van het schaap en van het moment in het seizoen. Overleg hierover met uw dierenarts.
 
Dekken
36 Uur na het verwijderen van de spiraal kan de dekking plaatsvinden. Omdat de ooien gesynchroniseerd zijn is het verstandig om maximaal 10 ooien per volwassen ram te rekenen. Om zeker te weten dat de ram alle ooien gedekt heeft is het verstandig om de ooien één voor één (met 10-20 minuten tussentijd) aan de ram aan te bieden. Hierna kan de ram in de groep ooien geplaatst worden voor eventuele herdekkingen.
 
Sommige rammen weigeren te dekken omdat de schapen iets kunnen vuilen. Ook weigeren rammen van sommige rassen vaak om buiten het seizoen te dekken (Texelaars). Daarom is het verstandig om te zorgen dat er een extra ram beschikbaar is voor het geval er een ram weigert om te dekken.
 

Lammeren
Bij schapen en geiten komen regelmatig problemen voor rondom het lammeren. Soms is het lastig te herkennen of het geboorteproces normaal verloopt of dat er hulp nodig is. De duur van het geboorteproces is onder andere sterk afhankelijk van het aantal lammeren, hoe groot ze zijn en hoeveelste worp het voor de ooi is. Hieronder staan enkele algemene richtlijnen/adviezen.

Let op: mocht u zelf een vaginaal onderzoek uitvoeren, zorg dan dat u uw handen grondig wast met zeep en de achterkant van de ooi wast met ontsmettingsmiddel (verkrijgbaar bij de praktijk). Gebruik veel glijmiddel en forceer niets!

Wanneer ingrijpen of bellen?

  1. Als de ontsluitingsfase (afzonderen / krabben etc. voordat de vruchtblaas is afgedreven) niet vordert en langer duurt dan 3 uur. Bel de dierenarts of voer een vaginaal onderzoek uit.
  1. Als er een uur nadat de vruchtblaas te zien is geen vordering zichtbaar is of er niets van het lam zichtbaar is.
  1. Als er bij een normale ligging (2 pootjes + snoetje zichtbaar) na een uur persen geen vordering is.
  1. Bij een afwijkende ligging (één pootje + kop / alleen de kop zichtbaar / stuitligging): als er geen snelle vordering is ingrijpen of dierenarts bellen.
  1. Als er alleen twee voorpootjes zichtbaar zijn: ligging van de kop controleren.

Als u het niet vertrouwd of twijfelt over uw bevindingen: neem contact op met de dierenarts (24/7)!

Q-koorts wordt veroorzaakt door Coxiella burnetii.
Het kan abortus bij schapen of geiten veroorzaken. Mensen kunnen ook Q-koorts krijgen en kunnen er wel ernstig ziek van worden. Om besmettingen te voorkomen kan hiervoor gevaccineerd worden. Bij instellingen waarbij bezoekers op het bedrijf komen is het vaak verplicht om te vaccineren.

De dieren dienen 2 x met een tussenperiode van 3 weken gevaccineerd te worden. Daarna een jaarlijkse boostervaccinatie.

“Het Bloed” ook wel enterotoxaemie genoemd is een vervelende aandoening, vooral bij lammeren.

Lammeren, vooral juist de beste uit het koppel, worden soms plotseling dood aangetroffen in de weide.

Een Clostridium-bacterie die veel gifstoffen produceert kan sterfte bij een of enkele lammeren binnen enkele uren veroorzaken. Door middel van sectie door de dierenarts op het gestorven dier is goed te bepalen of “Het Bloed” de sterfte veroorzaakt heeft.

Verweiden naar een goede weide kan de oorzaak zijn.

Preventief is dit goed te voorkomen door middel van een vaccinatie door de dierenarts. De dieren dienen dan 2 x met een tussenperiode van 4 tot 6 weken gevaccineerd te worden.

Rotkreupel is een vervelende aandoening, veroorzaakt door bacterien.
De dieren worden erg kreupel door een stinkende ontsteking tussen de klauwtjes. Het is erg besmettelijk. Lokaal kan behandeld worden met desinfecterende middelen. Ernstig aangetaste dieren worden na onderzoek door de dierenarts behandeld met antibiotica. Komen de problemen telkens weer terug dan is een preventieve vaccinatie aan te bevelen. Dieren met extra weerstand tegen de rotkreupelbacterie hebben minder problemen.

Afhankelijk van de bedrijfsvoering kan de dierenarts een vaccinatiestrategie opstellen en uitvoeren.