DRACHTBEGELEIDING

Wilt u een keer een nestje van uw hond of kat of bent u hobby- of beroepsmatige fokker? In alle gevallen bent u bij ons aan het juiste adres! Met drachtbegeleiding begeleiden wij u optimaal vanaf het moment van dekken tot aan de geboorte van de pups. Wij staan voor u klaar bij:

  • Officiële HD en ED röntgenfoto’s (controle vooraf van de ouderdieren)
  • FIV/FeLV testen bij de kat (controle vooraf van de ouderdieren)
  • Progesteron bepaling teef
  • Gynaecologisch onderzoek teef
  • Herpes vaccinatie
  • Echo vanaf 28 dagen na de dekking om de dracht vast te stellen
  • Röntgenfoto’s vanaf dag 52 om het aantal pups/kittens te bepalen
  • Keizersnede
  • Zorg voor de pups/kittens en nestvaccinaties/chippen
    Klik hier voor de tarieven.

Ook bij problemen met betrekking tot de voortplanting, bijvoorbeeld als het niet lukt een dier drachtig te krijgen, als de bevalling niet vordert of als er problemen zijn onder de nakomelingen, staan wij graag voor u klaar.

ONZE SERVICE

  • Aandacht voor u en uw huisdier
  • 24/7 bereikbaar voor spoed

  • Ruime diagnostische mogelijkheden

  • Ruime chirurgische mogelijkheden

  • Katvriendelijke praktijk – Cat Friendly Gold status

  • Beste Baasje zorgprogramma

INFORMATIE

MOGELIJKHEDEN

Twee dierenartsen binnen onze kliniek zijn gecertificeerd voor het maken van officiële HD en ED röntgenfoto’s voor het screenen van fokdieren op deze erfelijke afwijkingen. Wij stellen hoge eisen aan de kwaliteit van de röntgenbeelden en deze worden beoordeeld door de Raad van Beheer.

Klik hier voor meer informatie. 

Voor het fokken met raskatten is het verplicht uw kat te laten testen op overdraagbare virussen zoals FIV (kattenaids) en FeLV (Feline Leukemie Virus). Voor deze onderzoeken hebben wij een bloedmonster nodig van uw kat(ten). Wij hebben binnen 30 minuten de uitslag.

Het progesteronhormoon bepalen is de meest betrouwbare manier om het optimale dekmoment van uw teef vast te stellen. Hierdoor neemt de kans op een succesvolle dekking toe.
Voor het bepalen van progesteron kunnen wij een bloedmonster naar het UVDL (Universitair Veterinair Diagnostisch Laboratorium) sturen, daar wordt de Immulite© methode gebruikt. Deze bepaling is 5 dagen in de week mogelijk.
Het is ook mogelijk om in onze praktijk progesteron met de Catalyst® te bepalen, de uitslag hebben we dan dezelfde dag.
We bespreken samen met u wat voor uw hond het beste is. Ons advies is om vanaf dag 7 van de loopsheid te starten met de bepaling van progesteron. Hou er rekening mee dat we (bijna) nooit na 1 uitslag het dekmoment kunnen bepalen, aangezien we stijging van het hormoon in het bloed moeten zien. Gemiddeld is de eisprong op dag 12 van de loopsheid, maar dit kan per teef enorm verschillen, tot zelfs 22 dagen na de start van de loopsheid.

Klik hier voor de tarieven. 

Het gynaecologisch onderzoek van de teef is een belangrijk onderdeel van de drachtbegeleiding. Hiermee kunnen we zien of er anatomische afwijkingen zijn bij de teef die mogelijk de dracht of de geboorte kunnen belemmeren. Daarnaast wordt er gekeken naar het vagina slijmvlies en de cellen van dit slijmvlies (microscopisch) om, in combinatie met progesteronmetingen, het beste dekmoment te bepalen.

Drachtlengte
Een gemiddelde dracht van een hond duurt 58 tot 65 dagen. De spreiding wordt onder andere veroorzaakt door verschillen in ras en het aantal pups. Grotere nesten worden korter gedragen dan kleinere nesten. Een bevalling die
begint tussen de 55e en 58e dag na de dekking wordt een vroeggeboorte genoemd. Vóór de 55e dag na de dekking wordt van een abortus gesproken, terwijl vanaf 65 dagen na dekking sprake is van een verlengde dracht.
Overleg altijd met uw dierenarts wat het beste plan van aanpak is op het moment dat u vermoedt dat er sprake is van een vroeg- of laatgeboorte.

Voortekenen van de geboorte
Het begin van de geboorte van pups kan aan verschillende signalen afgeleid worden. Zoals de toename van de melkklieren van de moederhond en het tevoorschijn komen van melk uit de tepels, onrust, nestbouw en een verminderde eetlust. Het meest betrouwbare voorteken is echter de lichaamstemperatuur van de teef. Ongeveer 12 tot 24 uur voor de geboorte van de eerste pup zal de temperatuur 0.5 tot 1.5 graad Celsius dalen ten opzichte van de normale temperatuur van de teef (gemiddeld tussen 38 en 39 graden Celsius). Als een eigenaar de bevalling wil voorspellen aan de hand van deze daling van de temperatuur, wordt aangeraden om vanaf dag 54 drie maal daags de temperatuur van de drachtige teef op te nemen, aangezien de temperatuur tussen honden en gedurende de dag kan verschillen. Hierdoor kan inzicht verkregen worden in het normale verloop van de temperatuur van de drachtige hond.

Normale verloop van de geboorte
Gemiddeld genomen duurt de bevalling van een teef die meerdere bevallingen heeft meegemaakt korter dan bij een teef die voor de eerste keer moet bevallen. Op de eerste pup wordt meestal langer geperst dan de volgende pups (15 tot 45 minuten). De eerste pup moet namelijk het geboortekanaal oprekken. Het persen kunt u zien aan de buikspieren van de moeder die dan stevig samentrekken tijdens de weeën. Tussen twee puppy’s zit gemiddeld 45
minuten, maar dit kan tot twee uur oplopen. Soms kan de teef in deze tussenliggende periode in slaap vallen.
Ongeveer de helft van de pups worden geboren met het hoofdje eerst, de andere helft in een stuitligging (achterzijde eerst). Andere liggingen komen ook voor en kunnen er soms voor zorgen dat de geboorte stil komt te
liggen en de pup niet zonder hulp van een eigenaar of dierenarts geboren kan worden. Het is belangrijk om de teef tijdens dit hele proces zo veel mogelijk rust te geven. Onrust (bijvoorbeeld te veel geluid, veel aanwezige mensen of te veel aanraken of onderzoeken van de teef) kan leiden tot het stilvallen van een geboorte met alle gevolgen van dien.

Wat is afwijkend

  • Wanneer de teef meer dan 30minuten (bij de eerste kan dit 45minuten duren) aan het persen is en er geen pup geboren wordt.
  • Als een pup deels uit de vulva hangt en er geen vordering is met persen.
  • Als de teef al 2 uur zwak aan het persen en er geen vordering plaatsvindt. Het is in dit geval ook mogelijk dat er geen pups meer in de baarmoeder zitten (de hond is leeg).
  • Als er meer dan 3 uur geen persweeën meer zijn.
  • Als er een pup vast zit in het geboortekanaal
  • Als de teef ziekteverschijnselen vertoond.
  • Als er abnormale uitvloeiing te zien is. Stinkende of donkere uitvloeiing.
  • Als de dracht langer duurt dan 67 dagen

SPOED:
Als een teef langer dan 30 minuten actief op een pup perst en er komt niks.
Als er tussen de geboorte van twee pups langer dan 2 uur zit.

Neem bij één van bovenstaande situaties direct contact met ons op. De dierenarts bespreekt met u de opties, zoals langskomen voor controle van de teef, evt echo om de pups te bekijken, of een röntgenfoto om zeker te weten dat er nog pups in de baarmoeder zitten. We kunnen misschien hulp bieden bij de geboorte van een pup die vast zit in het geboortekanaal. Soms geven we van injecties die het persen van de teef en de samentrekking van de
baarmoeder bevorderen. In sommige gevallen zal een dierenarts in overleg met een eigenaar besluiten tot het uitvoeren van een keizersnede.
Om uw hond goed te kunnen helpen is het belangrijk dat wij uw hond op de praktijk zien. Een thuisvisite heeft in deze gevallen weinig zin.

Neem bij twijfel altijd contact op!

Bij erfelijkheid gaat het over eigenschappen die van ouders op nakomelingen doorgegeven worden. Eigenschappen van de ouders zijn in de nakomelingen terug te vinden. Dat houdt in dat wanneer een hond met een hond gekruist wordt, verwacht mag worden dat er een hond uitkomt.
Als een hond van ras A met een andere hond van ras A gekruist wordt, mag verwacht worden dat pups van ras A geboren worden.
En wanneer ras A gekruist wordt met ras B komen dus de eigenschappen van beide rassen in de nakomelingen terug.

Elke selectie die de mens uitvoert op steeds dezelfde eigenschappen heeft tot gevolg dat het aantal beschikbare genen kleiner wordt. Dat geldt voor selectie op uiterlijk, maar ook voor selectie op aanleg. En met een kleiner aantal genen wordt het risico dat erfelijke ziektes zich kunnen uiten groter.

Bepaalde rassen zijn (door selectie op bijvoorbeeld uiterlijke kenmerken) gevoeliger voor bepaalde aandoeningen. Sommige van de aandoeningen zijn erfelijk bepaald, en er kan getest worden of de ouderdieren drager zijn van bepaalde genen.

Het is mogelijk (en bij stamboomhonden verplicht) om vooraf te testen op een aantal erfelijke aandoeningen. Bijvoorbeeld erfelijke oogafwijkingen of het maken van röntgenfoto’s voor HD (heupdysplasie) en ED (elleboogdysplasie). Dit is ook belangrijk bij honden zonder stamboom!
Bij rashonden/stamboomhonden zijn er vaak bepaalde onderzoeken verplicht. Deze informatie kunt u opvragen bij de rasvereniging of de Raad van Beheer (www.houdenvanhonden.nl).