PAARDEN
Bij onze praktijk kunt u terecht voor eerstelijns diergeneeskundige zorg van uw paard. Wij beschikken niet over een behandelruimte voor paarden op één van onze praktijklocaties, dus het onderzoek en/of de behandeling van uw paard of pony zal bij u op stal plaatsvinden. Wanneer er meer gespecialiseerde hulp nodig is, zullen wij u in overleg doorverwijzen naar een paardenkliniek waar men deze gespecialiseerde zorg kan bieden.
Op onze website kunt u informatie vinden over een aantal aspecten van de eerstelijns paardengeneeskunde die wij uitoefenen. Voor vragen en verdere informatie kunt u natuurlijk altijd contact opnemen met onze praktijk.
ONZE SERVICE
24/7 bereikbaar voor spoedgevallen
Dagelijks gratis telefonisch spreekuur
Op drie locaties medicijnen ophalen
Eigen laboratorium in Barneveld
Aangesloten bij het Veterinair Kennis Centrum
GMP+ FSA geborgd
Up to date kennis
TOELICHTING
MEER INFORMATIE
Waarom castreren?
Hengsten worden in de meeste gevallen gecastreerd, omdat het dier door deze ingreep geschikter wordt voor de sport en voor recreatie. Door de castratie stopt namelijk de productie van testosteron. Dit hormoon zorgt voor het typische en ongewenste ‘ hengstengedrag’ (dominantie, dekgedrag, snel afgeleid in het bijzijn van merries, bijten, vechten met andere paarden) en voor het ontwikkelen van de typische lichaamscontouren van de hengst. Afhankelijk van de leeftijd waarop de hengst gecastreerd wordt, zal het uiterlijk meer of minder neigen naar dat van een merrie. De mate waarin de ruin hengstengedrag zal blijven vertonen heeft ook te maken met de leeftijd waarop de hengst gecastreerd wordt. Hoe vroeger de castratie plaatsvindt, hoe minder de ruin blijvend hengstengedrag zal vertonen. Voor de gemiddelde ruiter is een ruin betrouwbaarder, rustiger en veiliger. Voor de zeer ervaren ruiter kan een hengst net dat beetje meer uitstraling en motivatie hebben dan een ruin. Er moet rekening gehouden worden met het feit dat er altijd uitzonderingen zijn. Er zijn hengsten die zonder problemen tussen merries gereden kunnen worden en er zijn ruinen die altijd hengstengedrag zullen blijven vertonen.
Ook stallingsomstandigheden kunnen een reden zijn om voor castratie te kiezen. Veel maneges en pensionstallen weigeren hengsten te huisvesten.
De belangrijkste reden om hengsten niet te castreren is als deze ingezet wordt voor de fokkerij.
Methode castratie
Als voorbereiding op een castratie moet de hengst een geldige basisenting tegen tetanus gehad hebben. Een operatieve ingreep zoals een castratie is een risicomoment voor het oplopen van een infectie met tetanus.
Er zijn verschillende methodes om hengsten te castreren onder kliniek- of onder veldomstandigheden. Binnen onze praktijk castreren we hengsten waarbij beide testikels zijn ingedaald ‘liggend halfbedekt’ op locatie in een schone omgeving (droge box of in het weiland). De operatie vindt bij voorkeur plaats in het voorjaar vanwege het toenemende aantal vliegen in de loop van het seizoen (risico op wondinfecties). De operatie start met de toediening van een sederend middel, waarna het paard vervolgens onder narcose wordt gebracht. De ‘halfbedekte’ methode houdt in dat de buikholte wordt gesloten met een oplosbare hechting (ligatuur). Hierdoor is het risico op nabloeden en het naar buiten komen van buikinhoud zoals darmen kleiner. De balzak zelf wordt niet dichtgehecht zodat wondvocht weg kan lopen. De dierenarts gaat pas weg als het paard en orde is en weer staat. Van begin tot eind zal de operatie ongeveer een uur duren.
De volgende dag zal de dierenarts het paard controleren op koorts en het operatiegebied nakijken.
Voor meer informatie of het maken van een afspraak kunt u contact opnemen met onze praktijk.
Sinds 1 januari 2010 is het chippen van paarden en ezels verplicht. Binnen zes maanden na geboorte moeten veulens gechipt worden. Ook oudere dieren die nu nog niet gechipt zijn, moeten alsnog gechipt worden.
De chip wordt in de hals aangebracht en elk chipnummer is uniek. Op deze manier kan het paard of de pony geregistreerd worden en kan zodoende altijd geïdentificeerd worden. Zo kan fraude worden tegengegaan en kunnen gestolen dieren opgespoord worden. Het is niet zo dat de chip op afstand getraceerd kan worden zoals bijvoorbeeld een mobiele telefoon, maar de chip moet handmatig met een chipreader afgelezen worden.
Nadat de chip is ingebracht, wordt een aanvraagformulier ingevuld. Op dit formulier staan de gegevens van de eigenaar, het signalement en eventuele stamboekgegevens van het paard. Als het paard al een paspoort heeft, wordt deze tijdelijk ingenomen om de nieuwe gegevens te verwerken. Als het paard nog geen paspoort heeft, wordt deze aangevraagd. Dit kan pas nadat het dier is gechipt. In beide gevallen duurt het meestal drie a vier weken voordat u het paspoort (weer) krijgt toegestuurd.
Het is verplicht het paspoort bij u te hebben wanneer u de openbare weg op gaat. De identiteit van een paard moet namelijk ten alle tijden vastgesteld kunnen worden.
Veel paardeneigenaren komen een keer in aanraking met koliek bij hun paard.
Koliek is een aanval van pijn in de buik en eigenlijk een verzamelnaam voor een groot aantal problemen die in de buik kunnen ontstaan. Een paard kan dit op verschillende manieren uiten. Het paard is onrustig, wat zich kan uiten in schrapen met de voorbenen, kijken of slaan naar de buik, veel willen liggen en/of rollen, flehmen, zweten, winden en niet meer mesten/ plassen. De symptomen kunnen per paard verschillen afhankelijk van het soort koliek, de mate van koliek en het karakter van het paard. Let op! De mate waarin de koliek getoond wordt, komt niet altijd overeen met de daadwerkelijke ernst van de koliek.
De getoonde onrust van het paard wordt veroorzaakt door een kramptoestand van de gladde spieren in de buik. Deze gladde spieren zitten bijvoorbeeld in de darmwand of urinewegen. Vaak wordt deze kramptoestand veroorzaakt door een verstoring van de passage van deze organen. Veelal gaat het om een passagestoornis in de darmen. Dit kan verschillende oorzaken hebben. In veel gevallen wordt het veroorzaakt door een wijziging in rantsoen, maar ook een zandophoping of een verstopping met stro kan de oorzaak zijn. Een infectie of een draaiing van de darmen kunnen ook voorkomen.
Als uw paard koliek heeft is stappen met uw paard het beste wat u kunt doen, desnoods geforceerd als het paard niet wil. Eindeloos stappen met uw paard is niet nodig. Het paard moet na 20 minuten stappen rustiger worden, gebeurt dit niet, dan moet u altijd de praktijk bellen!
Wij beschouwen koliek als een spoedgeval en zullen op ieder moment van de dag zo snel mogelijk bij u proberen te komen.
Het paard wordt door ons onderzocht en wij zullen indien mogelijk een behandeling starten. In de meeste gevallen is behandeling met een pijnstiller, een spierontspanner of paraffine voldoende. Indien de behandeling onvoldoende effect heeft of wij een oorzaak vermoeden die operatief behandeld moet worden sturen wij u in overleg door naar een gespecialiseerde kliniek waar een operatie uitgevoerd kan worden.
Om koliek te voorkomen is een goed ontwormingsbeleid erg belangrijk. Ook is het belangrijk plotselinge voerovergangen te voorkomen.
Wat is zandkoliek?
Zandkoliek is buikpijn bij paarden die veroorzaakt wordt door teveel zand in de darmen. Paarden en pony’s kunnen zand opnemen als ze op een korte weide staan of door opspattend zand na een harde regenbui. Op een korte weide wordt het gras soms met wortel en al opgegeten, inclusief het zand aan de wortels. Ook eten van hooi of kuil van een zanderige ondergrond kan ervoor zorgen dat er teveel zand worden opgenomen. Het zand hoopt vervolgens op in de dikke darm en beschadigt de darmwand. Zand kan diarree en/of koliek veroorzaken.
Zandkoliek kan voorkomen worden! Hier een aantal tips:
- Plaats uw pony/paard niet op een zeer korte weide.
- Regelmatig uw paard/pony omweiden, zodat de weide minder vertrapt wordt.
- Zorg voor voldoende spreiding van ruwvoeraanbod over de dag.
- Bied ruwvoer aan uit een slowfeeder of bak, in ieder geval niet vanaf de grond.
- Plaats een ruif of hooinet niet boven een zanderige ondergrond om te voorkomen dat de restjes ruwvoer van het zand gegeten worden. U kunt de ondergrond ook bestraten en regelmatig aanvegen.
- Voorzie in mineralen, bijvoorbeeld een liksteen.
- Geef uw paard/pony voldoende beweging.
Als wij een mestonderzoek uitvoeren op de praktijk wordt er standaard ook een zand-check gedaan.
Bij paarden komen meerdere wormsoorten voor die voor inwendige schade kunnen zorgen. Vroeger werden veel paarden daarom standaard meerdere keren per jaar ontwormd. Het veelvuldig toedienen van ontwormmiddelen is echter achterhaald omdat:
- Te vaak ontwormen er voor zorgt dat paarden geen natuurlijke afweer (immuniteit) opbouwen en daardoor extra gevoelig zijn voor een besmetting.
- Er hierdoor meer kans is op resistentie. Dit betekent dat wormen en larven niet meer dood gaan van de ontwormmiddelen.
- Hierdoor het milieu onnodig belast wordt.
Vanwege de toenemende resistentie zijn ontwormmiddelen voor paarden niet meer vrij verkrijgbaar, maar alleen met een recept van uw dierenarts of via de praktijk.
Mestonderzoek is het aangewezen middel om erachter te komen of uw paard daadwerkelijk ontwormd moet worden. Hiervoor neemt u een mestbal van uw paard, dit kunt u in een bakje, zakje of handschoen afleveren bij één van onze vestigingen. In het geval van meerdere paarden van dezelfde leeftijdscategorie in een stabiele groep kunt u een mengmonster nemen. Dan neemt u van alle paarden een kleine hoeveelheid mest, dit kan bij elkaar in het bakje, zakje of handschoen gedaan worden. In ons laboratorium in Barneveld wordt er onder de microscoop gekeken of en hoeveel wormeitjes in de mest aanwezig zijn en van welke wormsoort of parasiet deze afkomstig zijn. Zo kan er per paard of groep paarden bepaald worden of er ontwormd moet worden en zo ja, met welk middel. Het is mogelijk 14 dagen na het ontwormen van uw paard of paarden een nieuw mestmonster in te leveren om te evalueren of het gebruikte wormmiddel effectief is geweest en de betreffende worm/ parasiet weg is.
Vooral bij paarden waarbij de samenstelling van de kudde gelijk blijft, blijkt dat in vier van de vijf gevallen ontwormen niet nodig is. Door het onderzoeken van de mest kan het gebruik van ontwormmiddelen dus verminderd worden.
Tip
- Bespreek met uw dierenarts hoe u door middel van weidemanagement het risico op worminfecties kunt verkleinen.
- Door regelmatig verwijderen van mestballen uit het weiland kunt u het infectierisico beperken.
Het mestpakket is speciaal gericht op de juiste begeleiding voor uw dieren, het pakket is te gebruiken voor schapen, geiten, paarden, ezels en alpaca’s.
Toelichting pakket mestonderzoek
Onze praktijk biedt twee mestpaketten aan waaruit u kunt kiezen.
Mestpakket Klein (€80,-)
4 x mestonderzoek
Advies ontworming en weidemanagement gericht op uw koppel.
Mestpakket Groot (€150,-)
8 x mestonderzoek
Advies ontworming en weidemanagement gericht op uw koppel.
In totaal kunt u voor het bovenstaande bedrag vier- of acht keer per jaar (afhankelijk van het pakket) mestmonsters op de praktijk laten onderzoeken. Het mestpakket is één jaar geldig vanaf het moment van inleveren van het eerste mestmonster en afsluiten van het pakket. Bij het inleveren van het eerste mestmonster wordt het bedrag in rekening gebracht.
Indien extra onderzoeken nodig zijn, is dit tegen gereduceerd tarief.
Het mestmonster wordt meestal dezelfde dag in ons eigen laboratorium onderzocht, waarna de uitslag en advies van de dierenarts volgt.
Onze richtlijnen en adviezen
Voordat er ontworming meegegeven kan worden, onderzoeken wij eerst de mest voor u. Ons advies is om na 14 dagen na ontworming de mest nogmaals te laten onderzoeken. Zo wordt gecontroleerd of de ontworming effectief is geweest en of uw dieren beschermd zijn.
Het is belangrijk om te beseffen dat worminfecties in de zomermaanden heel snel kunnen verlopen. Hierdoor kan het mestmonster niet veel wormeieren bevatten, maar één/twee weken later voor problemen zorgen. Houd daarom de schapen en geiten altijd goed in de gaten of ze gezond zijn om deze problemen voor te zijn.
Ontworm niet alle dieren (ook als u twee dieren heeft) maar sla 5-10% van de dieren over. De dieren (volwassen/jonge dieren) die u niet ontwormd, moeten gezond en in goede conditie zijn. Dit klinkt tegenstrijdig, maar hierdoor ontstaat er minder snel resistentie tegen ontwormingsmiddelen en blijven de ontwormingsmiddelen effectiever.
Vraag uw dierenarts om verdere uitleg.
Uw paard kan gevaccineerd worden tegen meerdere infectieziekten. Door vaccinatie wordt het lichaam gestimuleerd antilichamen aan te maken tegen die infectieziekten waartegen gevaccineerd is. De kans dat uw paard ziek wordt op het moment dat hij met deze ziekte in aanraking komt, is hierdoor kleiner. Belangrijk om te weten is dat vaccinatie nooit 100% garantie geeft, uw paard kan dus nog steeds ziek worden. Mocht dit gebeuren, zal de ziekte over het algemeen minder heftig verlopen dan bij het ongevaccineerde paard. Uw paard kan gevaccineerd worden tegen Influenza, Tetanus, Rhinopneumonie en het West- Nile Virus.
Influenza
Influenza is een virusziekte die overal ter wereld voorkomt en een infectie van de voorste luchtwegen veroorzaakt. De ziekte kan zich snel verspreiden binnen een koppel paarden. Verschijnselen die hierbij kunnen optreden zijn hoge koorts, algehele malaise en hoesten. Hoewel volwassen paarden zelden sterven aan Influenza, kan deze infectie wel een rol spelen voor het aanslaan van andere ziekteverwekkers. Hierdoor kunnen chronische luchtwegproblemen ontstaan, wat gevolgen kan hebben voor het toekomstig presteren van het paard. Veulens kunnen echter wel overlijden aan Influenza, voornamelijk als zij te weinig biest hebben opgenomen.
Als het paard voor de eerste keer gevaccineerd wordt (de basisvaccinatie), moet na de eerste vaccinatie een herhalingsvaccinatie plaatsvinden. Tussen de eerste en de tweede vaccinatie zit een tussentijd van vier tot zes weken. Hierna moet de vaccinatie jaarlijks herhaald worden.
Veulens kunnen vanaf een leeftijd van zes maanden gevaccineerd worden. De tweede vaccinatie vind net als bij het volwassen paard vier tot zes weken later plaats. Hierna wordt de enting na zes maanden weer herhaald. Na deze drie entingen wordt de vaccinatie net als bij het volwassen paard elk jaar herhaald.
Vaccineren is verplicht als u deelneemt aan wedstrijden. Rijdt u internationale wedstrijden dan is tweemaal per jaar vaccineren verplicht. Ook zijn er verschillende stamboeken die dit eisen, controleer dit zelf bij uw stamboek.
Tetanus
Tetanus is een bacteriële infectie die met name ontstaan na diepe wonden en wondinfecties. Clostridium Tetani is de veroorzaker en infectie hiermee kan een fatale afloop hebben. Paarden zijn erg gevoelig voor Tetanus. De gifstoffen van deze bacterie (toxines) tasten het zenuwstelsel van het paard aan. Verschijnselen die gezien kunnen worden zijn een stijve gang, een typische houding met de staart en oren omhoog en verkrampte spieren. In een later stadium kan er een kaakklem ontstaan, hierdoor kan het paard niet meer kauwen of slikken. Uiteindelijk verstijven de benen zo, dat het paard niet meer kan lopen en zal omvallen. Clostridium Tetani is een normale bodembewoner en komt dus gewoon in de omgeving voor. Contact met deze bacterie kan dus niet voorkomen worden. Door vaccinatie zal de bacterie beter en sneller aangepakt worden en krijgt op deze manier niet de gelegenheid problemen te veroorzaken.
In onze praktijk wordt een combinatie vaccin gebruikt, hierdoor is uw paard middels 1 vaccinatie beschermd tegen Influenza en Tetanus. Er wordt hetzelfde entschema aangehouden als beschreven bij Influenza.
Rhinopneumonie
Rhinopneumonie wordt veroorzaakt door het equine herpesvirus (EHV1 of EHV4). Er zijn drie verschillende vormen. De meest voorkomende vorm geeft luchtwegklachten, maar ook abortus (1-4 maanden na infectie) of neurologische problemen kunnen voorkomen. Ondanks dat vaccinatie niet tegen alle vormen volledige bescherming geeft is het verstandig uw paard te laten vaccineren. Door de opgebouwde afweer wordt de virusvermeerdering en virusuitscheiding geremd waardoor er mildere klinische symptomen zijn. Hoewel vaccinatie niet sluitend is, geef je je eigen paard bescherming en verklein je de kans andere paarden te besmetten. Na de basisvaccinatie (tweemaal vaccineren met vier tot zes weken ertussen) wordt de vaccinatie elk half jaar herhaald. Ter vermindering van het risico op abortus is het verstandig om tijdens de 5e, 7e en 9e maand van de dracht te vaccineren.
West Nile virus
Het West Nile virus is een nieuw opkomende virusziekte. Het virus wordt overgedragen door muggen. Oorspronkelijk komt dit virus uit Afrika, maar wordt tegenwoordig steeds vaker gezien in Europa, waaronder in onze buurlanden. Verschijnselen die kunnen optreden na infectie met dit virus zijn koorts, zwakte, ataxie, verlamming. De infectie kan fataal aflopen voor paarden. Paarden kunnen elkaar niet besmetten, maar worden gestoken door de besmette mug waarna ze ziek worden.
Het is niet verplicht hiertegen te vaccineren, maar het is wel mogelijk. De basisvaccinatie is tweemaal met drie tot vijf weken tussentijd. Hierna moet de vaccinatie jaarlijks herhaald worden.
Omdat wij op onze praktijklocaties geen faciliteiten hebben om paarden te ontvangen en te onderzoeken, vindt onderzoek aan uw paard op stal plaats. Het doorgeven van visites voor dezelfde dag kan ’s ochtends tussen 08.00u en 09.00u. Als u een afspraak wilt maken voor een specifieke dag en/of tijd is het verstandig een paar dagen van tevoren te bellen. In dat geval kunt u gewoon contact opnemen met de praktijk tussen 08.00u en 18.00u, dan plannen wij een afspraak voor u in.
Vanzelfsprekend zijn wij 24 uur per dag en 7 dagen in de week bereikbaar voor spoedgevallen op ons telefoonnummer: 0342- 414956.